Top view books arrangement
12-11-2021
Finance
Marleen
Auteur Marleen van de Sande

PA WBTR Wet bestuur en Toezicht Rechtspersonen

Op 1 juli van dit jaar is de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR) in werking getreden. In deze wet zijn regels opgenomen voor het bestuur van verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. Het doel van deze wet is het verbeteren van de kwaliteit van het bestuur en scherpt de positie, plichten en aansprakelijkheid van bestuursleden aan. In dit artikel sommen we de belangrijkste punten van deze nieuwe wet op.

Ontstaan nieuwe wet

‘Penningmeester verdacht van greep uit kas bij…..’

‘Miljoenenschade voor woningcorporatie …. wegens onverantwoorde aankopen’

‘Vriendjespolitiek bij….’

De WBTR is een reactie op allerlei affaires en incidenten die in de semi-publieke sector plaatsvonden. In 2013 adviseerde de commissie-Halsema de regering om publieke waarden in deze sector meer voorop te stellen en meer wettelijke helderheid te verschaffen over de taken, verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid van bestuur en toezicht. De overheid wil met de wet voorkomen dat wanbestuur, onverantwoordelijk financieel beheer, zelfverrijking, misbruik van posities en andere ongewenste activiteiten verenigingen en stichtingen schaden. De wet gaat dit tegen door procedures en verantwoordelijkheden binnen het bestuur met elkaar te bespreken en vast te leggen in o.a. de statuten.

De hoofdpunten van de WBTR

We hebben de belangrijkste regels uit de nieuwe wet op een rijtje gezet.

Verplichtingen Bestuur

  • Bestuursleden hebben de plicht om het belang van de vereniging of stichting voorop te stellen
    • In de wet is al vastgelegd dat bestuurders en commissarissen van een BV of NV hun taak uitvoeren om het belang van de onderneming te dienen. Dit vereiste geldt nu ook voor verenigingen en stichtingen.
    • Er zijn eisen gesteld aan het handelen van bestuursleden en toezichthouders en hen verplichtingen opgelegd om te waarborgen dat verenigingen en stichtingen goed worden geleid en dat de administratie duidelijk en transparant is.

Bestuursmodel

  • De WBTR geeft de mogelijkheid om het bestuursmodel aan te passen. Er komt een wettelijke grondslag voor het instellen van:
    • Een monistisch bestuursmodel met één orgaan (one-tier): het bestuur bestaat uit uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders. De directie (uitvoerend) en toezichthouder (niet uitvoerend) zitten samen in één bestuur. Alleen de niet-uitvoerend bestuurder mag hierbij voorzitter van het bestuur zijn.
    • Een dualistisch bestuursmodel met twee organen (two-tier): het bestuur en de raad van commissarissen of raad van toezicht. Er is dan een afzonderlijk toezichthoudend orgaan buiten het dagelijks bestuur om.
      • De meeste stichtingen en verenigingen hebben een collegiaal bestuur met gelijkwaardige stemrecht voor alle bestuursleden.
      • De inwerkingtreding van het monistisch bestuursmodel is nog uitgesteld totdat het technisch mogelijk is om in het Handelsregister aan te geven of een bestuurder uitvoerend of niet-uitvoerend is.
  • Het meervoudig stemrecht wordt beperkt
      • Eén bestuurslid mag niet meer stemmen uitbrengen dan de anderen samen. Hij of zij mag dus niet in de gelegenheid zijn alle anderen te ‘overrulen’.
      • Bestaande bepalingen zijn nog maximaal 5 jaar geldig na de invoering van de WBTR of tot de eerste statutenwijziging.

Aansprakelijkheden bestuursleden

  • De wettelijk regeling van aansprakelijkheid bij faillissement is van toepassing op alle bestuurders van verenigingen en stichtingen
    • Dit betekent dat, als een onbehoorlijke taakvervulling de oorzaak is van een faillissement, dat een curator bestuurders en commissarissen van verenigingen, stichtingen en coöperaties aansprakelijk kan stellen voor het tekort in het faillissement.
    • Vooral voor niet-commerciële rechtspersonen betekent de uitbreiding van de aansprakelijkheid een verhoging van persoonlijke risico’s.

Tegenstrijdig belang

  • Bij een tegenstrijdig belang mag de bestuurder/commissaris niet deelnemen aan besluitvorming
    • Is er direct of indirect een persoonlijk belang? Wil een sportvereniging bijvoorbeeld het clubhuis laten schilderen door een familielid van een bestuurder? In dat geval mag deze bestuurder niet mee besluiten.
    • Als er hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, dan neemt de RvC het besluit. Of de aandeelhouders of leden als er geen RvC is.

Regeling bij ontstentenis of belet

  • De statuten moeten een regeling bevatten voor ontslag/overlijden of ziekte van een bestuurder/commissaris
    • De statuten moeten antwoord geven op de vraag hoe wordt omgegaan met situaties waarin er tijdelijk geen bestuurslid of toezichthouder is. Dat geldt ook als er een vacature is binnen het bestuur.

Ontslagregeling bij de stichting

  • De rechter krijgt meer beoordelingsvrijheid om een bestuurslid te ontslaan
    • Stichtingen hebben geen leden, en vaak ook geen RvC om bestuurders te ontslaan. Om deze reden kan een bestuurder nu al door de rechtbank worden ontslagen vanwege wanbeheer op het verzoek van het Openbaar Ministerie. De gronden waarop een stichtingsbestuurder kan worden ontslagen worden nu verruimd, dit zijn:
      • Verwaarlozing van de taak
      • Ingrijpende wijziging van omstandigheden
      • Niet voldoen aan bevel om inzicht te geven in de organisatie en financiën
      • Andere zwaarwegende redenen

Na een ontslag door een rechter geldt een bestuursverbod voor een periode van vijf jaar.

De WBTR geldt ook voor informele verenigingen.

De WBTR geldt niet voor Verenigingen van Eigenaars (VvE).

Voldoen aan wetgeving

De nieuwe wet betekent dat de besturen van verenigingen en stichtingen zullen moeten gaan kijken of ze voldoen aan de WBTR verplichtingen en waar nodig, aanpassingen doorvoeren. Het gaat verder dan het aanpassen van de statuten. De bedoeling van de wet is ook dat bestuurders en toezichthouders stil staan bij het verschil tussen besturen en toezicht houden en wat een tegenstrijdig belang is. De impact zal per organisatie verschillen. De wet geldt voor grote ziekenhuizen en onderwijsinstellingen maar ook voor de kleine lokale verenigingen waar het in veel gevallen gaat om bestuursfuncties op vrijwillige/onbezoldigde functies. Koepelvereniging DNA en Stichting IVBB hebben een stappenplan ontwikkeld dat vooral bedoeld is om kleine verenigingen en stichtingen hiermee op weg te helpen (https://wbtr.nl/wbtr-stappenplan/).

Blijf op de hoogte van ons aanbod met onze nieuwsbrief

Certificering

Cedeo
Belasting
Nopd